Nederland / Plaats van belang

St. Elisabeth Gasthuis


Markeren

Deel

Route


Het St. Elisabeth Gasthuis, tegenwoordig een appartementencomplex, was in de oorlogsjaren nog een ziekenhuis. Tijdens de Slag om Arnhem werden hier door Nederlandse, Britse en Duitse artsen gewonden geholpen en levens gered, niet alleen van Nederlanders en Britten, maar ook van Duitsers. En dat terwijl het ziekenhuis letterlijk midden in de frontlinie kwam te liggen.

Tijdens de oorlogsjaren was het St. Elisabeth Gasthuis nog een ziekenhuis. Dit was ook de reden waarom een medisch onderdeel van de Britse 1e Luchtlandingsdivisie, de 16th Parachute Field Ambulance, op 17 september 1944 naar dit gebouw trok om daar de gewonden van de 1e Parachutistenbrigade te verzorgen. Daar kwamen zij vroeg in de avond aan en troffen daar naast Nederlandse medische staf ook een Duits medisch onderdeel aan die al druk bezig waren met het verzorgen van gewonden van beide kanten. De Britten namen de controle over het ziekenhuis over, maar stonden de Duitsers toe om te blijven werken in het ziekenhuis. Vanaf dat moment werkten Nederlands, Brits en Duits medisch personeel samen om zorg te verlenen aan binnenkomende gewonden van beide kanten.

Hoewel het de bedoeling was dat een veldhospitaal achter de frontlinie ligt, kwam het Elisabeth Gasthuis al op 18 september midden in de frontlinie te liggen. Terwijl buiten rondom het ziekenhuis het oorlogsgeweld woedde, werd binnen haast onverstoord verder gewerkt om levens te redden. Dit oorlogsgeweld speelde zich soms letterlijk op de stoep van het ziekenhuis af, zoals op 17 september ’s avonds laat toen een groep Duitse soldaten door Britse soldaten van C Compagnie van het 1e parachutistenbataljon werd neergemaaid op de oprit van het ziekenhuis.

Tot vier keer toe ging de controle over het ziekenhuis over van de ene op de andere strijdende partij. Toen de Duitsers op 19 september de definitief de controle over het ziekenhuis kregen, bevalen zij dat het Britse gewonden medische personeel in gevangenschap moest worden afgevoerd. Major Longlang, de leidinggevende Britse arts, overtuigde de Duitsers om twee chirurgische teams achter te laten om de Duitse artsen te helpen de nog steeds aanhoudende stroom van gewonden te kunnen helpen. Hierdoor werden veel levens gered, waaronder die van brigadier Hackett die in Oosterbeek gewond was geraakt.

Het Nederlandse verzet was ook actief in het ziekenhuis, onder ander verzetsman ‘Piet van Arnhem’. Met hun hulp werden meerdere Britse militairen uit het ziekenhuis gesmokkeld om hen te laten onderduiken en ontsnappen naar de eigen linies. Onder andere werd brigadier Lathbury en brigadier Hackett zo van krijgsgevangenschap gered. Uiteindelijk werd half oktober besloten dat alle Britten nu in krijgsgevangenschap naar Apeldoorn worden overgebracht en kwam een einde aan deze bewogen periode in de geschiedenis van dit gebouw.