Nederland / Plaats van belang

Hongertochten naar Herwijnen


Markeren

Deel

Route


Eind 1944 was het zuiden van Nederland bevrijd, maar het westen en noorden bleven bezet. Om het Duitse leger tegen te werken staakte de Nederlandse Spoorwegen, waardoor er tot aan de bevrijding nauwelijks nog voedsel naar het westen vervoerd kon worden. In de strenge winter van 1944/1945 was er in veel steden bijna niets meer te eten en leed de bevolking honger. Daarom werd deze winter ook wel de hongerwinter genoemd.

In de Betuwe op het platteland kende men nauwelijks een voedseltekort. Mensen die het lichamelijk op konden brengen liepen tientallen kilometers met een handkar, fiets, kruiwagen of kinderwagen naar het platteland om kostbaarheden te ruilen voor voedsel. Geld was niet veel waard en omdat er weinig te koop was, bloeide op het platteland de ruilhandel.

De stedelingen, vaak vermagerd en ondervoed, kwamen onder andere langs de boerderijen in Herwijnen op zoek naar voedsel.

Zo kreeg de familie Liefhebber uit Slikkerveer een bord soep en een slaapplaats van familie Van Zee van boerderij “De Vossenhol”.

Een andere familie, uit Rotterdam, ruilde voedsel in Herwijnen: ‘Pa en broer Kees gingen op de fiets de boer op en kwamen terug met een halve zak aardappels, geruild bij een boer in Herwijnen  voor wat tabaksstof!’

Op 29 april 1945 begon operatie Manna, waarbij vliegtuigen laag over de grote steden in het westen van het land vlogen en voedsel via parachutes dropten. Zo werd er in 8 dagen 535 ton voedsel uitgegooid. Veel Nederlanders werden dankzij de voedseldroppings van de hongersnood gered.