Nederland / Verhaal

Razzia van Asperen


Markeren

Deel

Route


Op 5 februari 1945 sloten Duitse troepen in Asperen de Heukelumse- en Gellicumse poort, zodat het stadje van de buitenwereld werd afgesloten. Ruim 500 Duitse soldaten waren hierbij betrokken. Niemand mocht de straat op; de inwoners van Asperen en de vele evacuees (gesproken wordt over 800 ‘voedselzoekers’) wachtten in spanning af wat er zou gebeuren.

Ieder huis in Asperen werd van de kelder tot de zolder doorzocht. Kasten moesten open en laden werden leeggehaald; goud, zilver, sieraden, kunstvoorwerpen maar ook voedsel werd geroofd. Het was een angstige situatie; de soldaten waren barbaars en niet zachtzinnig tijdens de huiszoekingen en ondervragingen.

Alle mannen vanaf 16 jaar werden meegenomen en opgesloten in de garage van A. Kleyn aan de Voorstraat voor verhoor. Enkele gevangenen ontdekten een raampje in het toilet waardoor ze konden ontsnappen. Velen trokken door de weilanden en over de polderwegen naar de Asperense eendenkooi aan de Detsteeg.

Jan Goesten, een evacuee aan de Haarstraat, vroeg aan een Duitse soldaat of hij zijn jas op zijn slaapkamer mocht halen. Jan wilde via het dakraam vluchten. Toen hij op het dak stapte, viel er een dakpan en gleed hij uit. Dit trok de aandacht van een Duitser, waarna deze gericht vuur gaf. Jan werd dodelijk getroffen.

Toen Duitse soldaten op 6 februari de groep telden waren er ‘maar’ 400 mannen; ruim 70 minder dan die dag daarvoor. Zonder afscheid te mogen nemen begonnen de mannen lopend aan een tocht naar Utrecht. Op 13 februari kwamen de Asperense mannen na een erbarmelijke treinreis aan in Krefeld waar zij te werk werden gesteld. Wonderbaarlijk genoeg keerden alle mannen in mei 1945 terug naar Asperen.

De reden waarom op maandag 5 februari 1945 ’s morgens vroeg door de straten van Asperen auto’s reden en het dorp van de buitenwereld werd afgesloten, is tot op heden niet duidelijk.