Nederland / Monument

Princess Louise Fusiliers in Akkrum


Markeren

Deel

Route


Akkrum werd op 15 april bevrijd door de Duke of York’s Royal Canadian Hussars. Zij vertrokken dezelfde dag alweer naar Leeuwarden om van daaruit bij te dragen aan bevrijding van andere delen van Friesland. Vanaf 14 juni 1945 streken echter zo’n 200 Canadezen van de Princess Louise Fusiliers voor veel langere tijd neer in Akkrum. Het dorp zou tot eind december hun thuisbasis worden. En in die periode ontstond er een bijzondere band tussen de Akkrummers en de Canadezen.

Na de capitulatie van Duitsland bleven de Canadese troepen nog lange tijd in Nederland. De laatste troepen zouden pas in februari 1946 vertrekken. Om alle manschappen uit West-Europa huiswaarts te laten keren was een enorm logistiek probleem. En dit kostte dus erg veel tijd. In de tussentijd moesten deze troepen ergens ondergebracht worden. Dit gold ook voor tienduizenden Canadezen in Nederland.Deze mannen hadden hun dierbaren lange tijd niet gezien. Vaak hadden ze verschrikkelijke dingen meegemaakt. Om te helpen voorkomen dat het moreel naar een dieptepunt zakte, probeerden de Canadezen het beste ervan te maken in de periode dat zij in Nederland werden gehuisvest. 

De 11th Independent Machinegun Company Princess Louise Fusiliers waren in november 1943 bij Napels in Italië aan land gegaan. Met hun zware machinegeweren en mortieren onderscheidden zij zich in Italië meerdere malen. Begin 1945 werden zij overgeplaatst naar Noordwest-Europa. In april vocht de eenheid nog in Gelderland bij Arnhem en Otterlo. 

Daarna verbleef de eenheid korte tijd in Franeker om andere Canadese eenheden af te lossen die in Groningen werden ingezet. Eind april werd zij zelf ook nog naar Thesinge in Groningen gestuurd. Op 14 juni 1945 werd de eenheid ondergebracht in Akkrum. In dit dorp lieten zij een onuitwisbare indruk achter. 

De mannen werden bij Akkrummers ingekwartierd. De toen negenjarige Sjoerd Schilstra herinnerde zich het volgende: 

‘Eén van de bij ons ingekwartierde soldaten was Sergeant Douglas MacDonald. Zijn geweer stond gewoon in zijn slaapkamer en als Douglas niet thuis was, paradeerde ik met zijn wapen over de schouder door het huis. Met de leerlingen van de openbare lagere school zijn we een dag op schoolreis  geweest. We werden vervoerd in de legertrucks van de Canadezen. Dat was voor een negenjarige jongen een bijzondere ervaring.’  

De Canadezen hadden in Akkrum hun draai snel gevonden. ’s Ochtends werd er vaak geëxerceerd. ’s Middags werd er gesport. En de avonden stonden regelmatig in het teken van bingo, film of dansen in het plaatselijke hotel dat door de Canadezen The silver slipper genoemd werd.  

Deze activiteiten werden ook vaak samen met de Akkrummers beleefd. In de zomer werd er gezeild. En tot het met het vertrek werd er veel softbal en gespeeld. Soms werd er ook gevoetbald. En ook de romantiek ontbrak niet. Een hongervluchtelinge uit het zuiden van het land die in Akkrum was ondergebracht trouwde met een Canadees.   

Eind november kwam het vertrek in Canada in zicht. Op verzoek van de Akkrummers werd er nog een foto van de eenheid gemaakt. En eind december was de volledige eenheid vertrokken. In het dorp herinnert een gedenksteen en straatnaam de Kanadeeske Strjitte nog aan het verblijf van de Princess Louise Fusiliers